Voor een andere groep casuïstiek ontwerpen
Deelnemers bedenken voor elkaar casuïstiek.
Hoe
Laat subgroepen voor elkaar een casus bedenken; iemand uit een andere subgroep gaat de casus spelen, met de acteur. Zorg dat ze het elkaar niet te moeilijk of te makkelijk maken.
De subgroepen presenteren hun casus en wijzen de subgroep die hem gaat doen. Alle subgroepen krijgen sowieso een casus. Iedere groep bereidt zijn casus voor en kiest een speler die namens hen de casus doet. Tijdens het spel mogen zowel de representant als zijn groepsleden time-outs nemen, om om hulp te vragen of om bij te sturen.
Betrek tijdens de nabespreking ook de andere subgroepen, met name de groep die de casus bedacht had.
Wanneer
- Overal waar praktijksimulaties worden ingezet.
Voordelen
- Samen nadenken over probleemsituaties.
- Uitwisseling van kennis en ervaring.
- Deelnemers zien hoe een andere subgroep hun problematiek aanpakt.