Vertrouw jij mij?
Oefening over vertrouwen in samenwerking
Hoe
Maak 2-tallen (A en B). In een team met weinig vertrouwen is het raadzaam om vooraf na te denken over wie je aan wie koppelt.
Alle 2-tallen staan langs de lange wand van de ruimte. A en B staan achter elkaar: A voorop, B erachter. Ga zelf aan de overkant staan, zodat je de A’s goed kunt observeren.
Instructie deelnemers: "De A's doen hun ogen dicht en stken op mijn teken over naar de overkant. Als A stop je pas als jouw B 'stop' zegt". In een onveilig team, voeg je toe dat het B’s verantwoordelijkheid is om te voorkomen dat A tegen de muur botst.
Ronde 1
Laat ze het een eerste keer doen. Sommige A’s zullen in een normaal tempo lopen, gezicht ontspannen en erop vertrouwend dat B tijdig 'stop' zegt. Andere A’s geven andere signalen af: langzaam lopen, kleine pasjes en –zeker als ze denken dat ze de muur naderen- armen vooruit, verkrampt gezicht, angstige geluidjes, etc. Kijk ook naar de B’s; sommigen coachen voortdurend en zitten er bovenop, anderen volgen op afstand en zeggen slechts 1 keer 'stop'.
Nadat alle B’s stop geroepen hebben, doen de A’s hun ogen open. Kijk hoe ze staan: sommige A’s staan vlak voor de muur, andere er ruim voor. Bespreek na op:
- Wat valt op?
- Deel je observaties, specifiek per 2-tal
- Wat denk je tijdens de oefening?
- Wat voel je tijdens de oefening ?
- Wat maakt dat je langzaam loopt, je armen strekt, je gezicht verkrampt, etc?
- Wat is de rol van B?
- Hoe zit het met het vertrouwen?
Ronde 2
Laat ze het nog een keer doen en vraag A nu in een normaal looptempo over te steken en op geen enkele manier in te houden, voordat B 'stop' zegt. Observeer goed en let erop of de A’s toch niet inhouden of verkrampen als ze de muur naderen. Bespreek deze ronde na op dezelfde punten.
Draai hierna de rollen om. A en B weten nu waar het om gaat, dus kun je ronde 1 overslaan.