Skip to main content

Spanningscontrole

Spanning herkennen en reguleren

Hoe

Leg uit dat ons lichaam op stress reageert met drie primaire reacties: Fight, Flight, Freeze (vechten, vluchten of bevriezen). Dat heeft te maken met overlevingsmechanismen en zit diep in de hersenen ingebakken. In professionele situaties zijn die primaire reacties meestal ongewenst: je kunt als agent een burger die tegen je schreeuwt niet zomaar neermeppen. Dan moet je professioneel handelen. Maar dat kun je pas als je je eigen spanning herkent en controleert: spanningscontrole gaat vooraf aan professioneel handelen. Spanningscontrole bevat zowel fysieke (spierspanning, ademhaling) als mentale aspecten (gedachten). De volgende oefeningen leren je spanning te herkennen en te beheersen.

Stap 0: warming-up (optioneel, maar verdient voorkeur)

  • 10 minuten

De acteur doet een warming-up waarin hij de deelnemers niet alleen opwarmt, maar ze ook alvast laat werken met het reguleren van spierspanning en ademhaling. Leg het verband met de oefeningen die gaan komen.

Stap 2: Spanning herkennen

  • 5 minuten spel, 10 – 15 minuten nabespreken

Zet de deelnemers in rijen naast elkaar, gezicht naar voren en genoeg ruimte tussen hen in voor de acteur om tussendoor te bewegen. De acteur staat achter de deelnemers. Leg precies uit wat er gaat gebeuren en wat van hen verlangd wordt: “De acteur zal dadelijk tussen jullie door lopen en in je persoonlijk ruimte komen: hij zal vlak voor of achter je gaan staan, je strak aankijken, etcetera. Jullie spreken niet tegen elkaar. Ik wil dat je alleen let op wat dit met je doet: voel je spierspanning, zo ja waar en wat gebeurt er met je adem? Als je spanning voelt; kijk je of die kunt afvoeren. Als je adem vast gaat zitten, kijk of je die weer kunt laten gaan”. Maak duidelijke veiligheidsafspraken: “Als de spanning te hoog oploopt, zeg je ‘time-out’ en laat de acteur je verder met rust’; onder geen beding komen we aan elkaar’.
De acteur loopt tussen de deelnemers door en betreedt per deelnemer 15 a 30 seconden hun persoonlijke ruimte. Hij maakt bijvoorbeeld irritante geluidjes, zoekt nadrukkelijk oogcontact etc.
Op jouw teken stopt de oefening; de acteur schudt iedere deelnemer de hand en herstelt het normale contact.
Neem ruim de tijd om na te bespreken; deelnemers hebben veel meegemaakt.
Bespreek per deelnemer minstens de volgende zaken:

  • waar voelde je spanning?
  • is het je gelukt om die af te voeren; zo ja, hoe: zo nee, wat weerhield je?
  • wat gebeurde er met je ademhaling; heb je die kunnen reguleren?
  • wat dacht je toen de acteur bij jou en/of bij de anderen was?
  • welke gedachten hielpen je je spanning te verlagen, welke gedachten verhoogden je spanning juist?

Koppel de ervaringen aan de theorie van GAS, eventueel de RET en professioneel handelen.

Stap 3: Spanning reguleren + gedachten sturen.

  • 10 minuten spel, 10 minuten nabespreken

Zet de deelnemers weer in de rijen en leg precies uit wat er gaat gebeuren en wat van hen verlangd wordt: “We doen precies hetzelfde, alleen zal de acteur iets langer bij je blijven en tegen je praten. Praat niet terug, maar doe wat de acteur aan je vraagt. Probeer je spierspanning en ademhaling te reguleren en zie of je je gedachten kunt sturen”. Maak wederom duidelijke veiligheidsafspraken.
De acteur neemt voor iedere deelnemer iets langer de tijd: hij betreedt hun persoonlijke ruimte, kijkt ze strak aan vraagt ze – op rustige toon en zonder te schreeuwen dingen als: “waarom kijk je me aan, kijk me eens aan, kijk eens voor je, doe eens een stap opzij, etcetera”. Bij deelnemers die direct doen wat hij zegt, blijft hij kort, bij deelnemers die vecht of vlucht gedrag vertonen, iets langer. Aan hen vraagt hij: “Waarom doe je niet wat ik zeg; jij kunt nu anders kiezen, wil je dat ik doorga?” Hij legt dus de keuze bij de deelnemer. Als deze volhardt, gaat de acteur weg: “Ik kies er nu voor weg te gaan”. Op jouw teken stopt de oefening; de acteur schudt iedere deelnemer de hand en herstelt het normale contact.
Neem wederom ruim de tijd om na te bespreken.
Bespreek per deelnemer de volgende zaken:

  • hoe ging het met de spanningsregulering?
  • en met de ademhalingsregulering?
  • heb je je gedachten kunnen sturen?
  • welke bewuste keuzes heb je gemaakt?

Koppel de ervaringen aan de theorie van GAS, de RET en professioneel handelen.

Bron: Paul Devilee.


Tags bij deze werkvorm:

Tijd:
Groepsgrootte:
Teams:

Vragen?

Ons team staat voor je klaar!

020-422 1323
UP