Model op de Vloer
De acteur gaat spelend door alle aspecten van je model. Geschikt voor veel modellen: Leary, DISC, Situationeel Leidinggeven, STAR, etc.
Hoe
Markeer je model met tape op de vloer (dat is meestal een kwadrant)
Leg uit dat de acteur dadelijk op vier manieren iets gaat spelen, hij vertelt de deelnemers bv steeds vanuit één stijl dat de extra verlofdag die ze gevraagd hebben niet door kan gaan. Hij laat zowel verbaal als non-verbaal gedrag zien dat past bij de betreffende stijl. Hij speelt, met steeds een korte break, de vier stijlen achter elkaar.
Vraag de deelnemers om voor iedere versie op te schrijven wat ze de acteur zowel verbaal als non-verbaal hebben zien doen.
Teken het model (de 4 kwadranten) op een flap en neem met de deelnemers alle versies door. Noteer bij elk vak de betreffende gedragskenmerken. Noteer alleen concreet gedrag: teksten, gebaren, mimiek, etc. Ondertussen staat de acteur op de vloer in hetzelfde vlak, klaar om bij twijfel nog een stukje vanuit die stijl te doen. Je kunt ook sowieso na ieder vlak de acteur vragen om nog een klein stukje te doen.
Na de oefening heb je het model in concreet gedrag op de flap.
Wanneer
- ter introductie van het model, aan het begin van een training
- als deelnemers moeite hebben om het model te vertalen naar concreet gedrag
- als kennismaking met het werken met acteurs.
Voordelen
- het model komt snel ‘tot leven’.
- cursisten worden bij de theorie betrokken
- laagdrempelig en veilig.
- deelnemers wennen spelenderwijs aan de acteur.
Let op
De acteur moet het model goed kennen. Als hij het fout voorspeelt, komt het model ook ‘fout’ op de flap te staan.
Voor een uitwerking van deze werkvorm, zie de oefening omtrent de Roos van Leary.