Luisteren in Referentiekaders
Bewustworder: over aannames en de kracht van je eigen referentiekader
Hoe
Stap 1: Vraag de deelnemers naar het volgende verhaaltje te luisteren. Lees voor:
- De wekker van de man gaat om 8 uur af
- Om kwart over acht loopt hij naar de keuken om thee te zetten
- Om half negen ontbijt hij met zijn partner en kinderen
- Na het ontbijt kust hij zijn gezin gedag en rijdt naar zijn werk.
Stap 2: Kondig aan dat je hier wat vragen over gaat stellen waarop ze 'ja', 'nee' of 'weet niet' kunnen antwoorden. Stel de volgende 6 vragen en laat de deelnemers direct na iedere vraag hun antwoord opschrijven. Laat ze niet uitwisselen en bespreek nog niet na.
- Staat de man om acht uur op?
- Loopt hij om kwart over acht naar beneden om om thee te zetten?
- Hebben hij en zijn gezin die thee om half negen gedronken?
- Heeft hij twee kinderen?
- Kussen zijn vrouw en kinderen hem gedag?
- Gaat hij na het ontbijt met de auto naar zijn werk?
Stap 3: Loop de vragen stuk voor stuk door: wie had bij vraag 1 'ja', wie 'nee', wie 'weet niet'? Laat ze dit kenbaar maken door hun vinger op te steken. Waarschijnlijk zijn er verschillen in de antwoorden te zien; verbazing alom. Vraag hoe het kan dat ze naar hetzelfde verhaal hebben geluisterd en toch verschillende dingen gehoord hebben. Leg uit hoe het werkt met aannames en je persoonlijke referentiekader (of filter): je verbindt je eigen situatie aan het verhaal. Als je bijvoorbeeld zelf één hoog slaapt, zul je vraag 2 eerder met ja beantwoorden dan iemand die beneden slaapt.
(Ps Het goede antwoord op alle vragen is natuurlijk ‘weet niet’).