Skip to main content

Interpretaties? Indrukken?

Je eerste indruk onderzoeken; over aannames en het verschil tussen waarnemen en interpreteren

Hoe

Deze oefening werkt goed aan het begin van de training, als de deelnemers de acteur nog niet kennen. De acteur zit voor de deelnemers. Laat ze opschrijven wat hun indruk van hem is: wat voor iemand is het, wat voor auto rijdt hij, wat stemt hij, is hij getrouwd, etc? Ze mogen alles opschrijven wat in hen opkomt en ze hoeven niet 'politiek correct' te zijn. 
Laat de deelnemers hun indrukken spuien; het wordt leuk als er verschillen zijn: waarom denk jij dat hij VVD stemt en waarom denk jij dat hij SP stemt?

Vraag dus waar ze hun indrukken op baseren.Vraag daar vooral op door; laat ze dingen in detail benoemen. Vaak zitten daar ook allerlei aannames onder: hij is een acteur dus hij zal wel links zijn en geen vlees eten.

De acteur geeft pas aan het einde uitsluitsel over wat al dan niet klopt.  

Nabespreken op

  • iedereen interpreteert voortdurend, dat valt nauwelijks te stoppen
  • alleen interpreteren we allemaal net even anders, dat hangt van ons persoonlijke filter af
  • de kracht en het gevaar van aannames
  • het verschil tussen waarnemen en interpreteren
  • de kracht en het gevaar van eerste indrukken

Variant: indruk checken
Na het opschrijven van de eerste indruk, vraag je één deelnemer (A) wat hij heeft opgeschreven. A leest voor. De acteur reageert niet. Vraag A hoe hij één van die indrukken (bv de indruk die hij het belangrijkste vindt) zou kunnen controleren: wat voor vraag zou je kunnen stellen om te verifiëren of je indruk klopt? Laat de andere deelnemers meedenken wat een goede controlevraag voor die specifieke indruk zou zijn. 
A stelt zijn vraag aan de acteur. De acteur antwoordt, maar wijdt niet uit. Daarna bespreek je de controlevraag: was dit een goede vraag om deze indruk te verifiëren? Zo ja, wat maakte hem goed; zo nee, hoe zou het anders kunnen? De groep denkt steeds mee. Laat zo alle deelnemers hun belangrijkste indruk checken.

Voorbeelden:
Indruk: “Volgens mij is hij echt een mensen-mens”.
Controlevraag: Welke rol heb jij binnen je vriendenkring? Of: Als vrienden problemen hebben, bellen ze jou dan wel eens op?

Indruk: “Volgens mij is hij heel avontuurlijk”.
Controlevraag: Wat voor dingen doe jij in je vakanties?

Bron: Kamille Kres


Tags bij deze werkvorm:

Vragen?

Ons team staat voor je klaar!

020-422 1323
UP