Skip to main content
29-07-2024

Het Schip

Team oefening om via een metafoor te beleven hoe het team er voor staat. Geleide fantasie.

Hoe

De geleide fantasie werk het best wanneer deelnemers actief rechtop zitten, in een verder ontspannen houding. Geef iedereen even de tijd om die zithouding te vinden, en vraag ze de ogen te sluiten. Neem je deelnemers daarna op een rustig tempo, en met kalme stem mee in de geleide fantasie:

Stel dat jullie team vaart, waar vaar je dan in?
Probeer het eens voor je te zien; een zeilboot, een groot containerschip, misschien een rubber roeibootje…
Het kan van alles zijn waar je team in vaart.

En als je een vaartuig voor ogen hebt, varen de anderen daar ook in? Of hebben die hun eigen vaartuig? Ben je op weg met een vloot? Of zit iedereen in hetzelfde schuitje?
Jullie zijn onderweg, - waar zijn jullie nu? Een kanaal? Een uitgestrekte oceaan? Een vijver?

En nu je daar zo vaart, in wat voor omstandigheden is dat? Is het water rimpelloos? Staat er deining? Stormt het?

Je bent er nog niet, maar je bent ergens naar toe onderweg. Waarnaartoe? Wat wacht jullie daar?
En nu je daar bij stil staat, voel je daar iets bij. Welk gevoel is dat?

Je bent ook ergens vanuit vertrokken, waar komen jullie eigenlijk vandaan? Wat was daar? En hoe is het om dat achter je gelaten te hebben?

Misschien heb je lading aan boord. Zo ja, wat voor lading? Wat moet er naar de bestemming gebracht?

Je bevindt je ergens op het schip – waar is dat? Het ruim? De machinekamer? Aan dek? Waar sta je precies?
En wat doe je daar?

Als je voor jezelf die plek bepaalt hebt, - en bepaalt hebt wat je daar doet, doe je je ogen open doen en ga je op die plek in de ruimte staan in een houding waarmee je laat zien wat je aan het doen bent. Deze wand is de boeg van het schip, en die wand de achtersteven.

  • Vraag iedereen even rond te kijken hoe ze erbij staan. Je kunt eventueel een aantal mensen kort interviewen over hun positie en wat ze daar doen.

Nabespreken

Je kunt verschillende korte vragen stellen nav de fantasie, bijvoorbeeld:

  • In wat voor boot zat je?
  • Wie zat er niet in dezelfde boot als de andere teamleden?
  • Wie zat er in ruig weer?
  • Wie keek er naar uit op de bestemming aan te komen?
  • Hoe voelde je je op de plek die je op de boot had?

Of je kunt de nabespreking meer vanuit de deelnemers zelf laten komen:

  • Nu je elkaar zo ziet staan, wat valt op?
  • Van wie wil je graag een toelichting horen?
  • Welke vragen of gedachten komen er bij je op over je team naar aanleiding van de reis die je gemaakt hebt?
  • Zijn er opvallende verschillen, en wat zegt je dat over het team?

Wanneer

  • In het team de onderlinge samenwerking bespreekbaar maken.
  • Openheid krijgen over hoe teamleden het werk ervaren.
  • Verkennen hoe team leden het team zien in de organisatie.
  • Als een team een nieuwe koers moet bepalen.
  • Als een team in moeilijk vaarwater zit.

Bron: Lucia Bomert en Ewout Bomert


Tags bij deze werkvorm:

Vragen?

Ons team staat voor je klaar!

020-422 1323
UP