Het Loopje III
Bewust worden van lichaamstaal; goed observeren; eerste indruk
Hoe
A loopt rond. B gaat erachter lopen en doet A zo goed mogelijk na, zonder zaken uit te vergroten of te vervormen. Schakel de observatoren in om B te helpen. Als het klopt, stapt A uit en kijkt naar B, die doorloopt.
Vraag de observatoren om hun indruk van dit 'loopje' in 1 woord weer te geven: hoe komt dit op jou over? Vraag vervolgens: waar komt dat door; welk aspect van het loopje maakt dat voor jou nou……. (b.v. relaxed, of opgewekt?)
Vraag A of hij zich daarin herkent.
Nabespreken op
- Wat viel op?
- Lichaamstaal