Het Aanbelspel
Aansluiten bij de emotie van de ander
Hoe
Het Aanbelspel kun je inzetten als korte opwarmer of als langere oefening.
Improviseer een voordeur. Als de acteur (buurman) aanbelt, doet 1 van de deelnemers open. Nodig ze uit om met hem het gesprek aan te gaan. Iedere keer is er iets anders met de buurman aan de hand. Leg uit dat wat hij vertelt 'waar' is: ”Als hij over je zoon begint, dan heb je klaarblijkelijk een zoon”.
Optie 1: open opdracht
Geef ze de opdracht om aan te sluiten bij de buurman en laat ze gaandeweg ontdekken wat 'aansluiten' is.
Optie 2: gerichte opdracht
"Sluit aan bij de emotionele gesteldheid van je buurman. Gebruik LSD, geef gevoelsreflecties en toon begrip. Sluit ook non-verbaal aan d.m.v. oogcontact, houding, etc".
Instructie acteur
Zet direct de onderliggende emotie duidelijk neer, maar benoem die zelf niet! Geef niet direct het hele verhaal weg, maar begin bewust wat vaag of onsamenhangend, zodat de deelnemer de kans krijgt om door te vragen en reflecties te geven. Herkennen ze de emotie die je laat zien? Weten ze die emotie te benoemen? Kunnen ze zich in jou verplaatsen? Je wordt minder emotioneel als de deelnemer aansluit, niet in de verdediging schiet en niet alleen oplossingsgericht reageert. Pas daarna kunnen jullie samen een oplossing bedenken; van betrekkings- naar inhoudsniveau dus.
Nabespreken op
- wat werkt wel, wat werkt niet
- hoe is het om je eerst in de ander te verplaatsen, om daarna pas een oplossing te bedenken
- inhoud- en betrekkingsniveau
Speltips voor de acteur
Mogelijke situaties, klachten en verzoeken:
- Je hebt overlast van de boom van de buren, die veel zon wegneemt. Je wilt dat hier wat aan gedaan wordt, maar woont hier nog niet zo lang. Je bent onzeker.
- Je hebt last van de muziek van de zoon van de buren. Je hebt al eerder geklaagd. Je bent boos.
- Er is bij je ingebroken, de politie is net weg en je bent geschrokken.
- Je bent niet uitgenodigd voor de buurtborrel. De buur bij wie je aanbelt zit in de organisatie. Je bent beledigd.
- Sinds de buren een nieuw bed hebben, hoor je ze seks bedrijven. Je wilt het hun laten weten maar je voelt je gegeneerd.
- Er zit een deukje in je auto, je hebt het kind van de buren bij je auto zien spelen en je komt verhaal halen. Je bent beschuldigend.
- Morgen hoor je de uitslag van een medisch onderzoek. Je bent bang.
- De kat van de buren heeft weer in jouw tuin zitten poepen. Je bent geïrriteerd.
- Je gaat verhuizen, eindelijk is jullie huis verkocht. Je bent enthousiast.
- De auto van de buren staat wéér op jouw oprit. Je heb hier al eerder over geklaagd. Je bent teleurgesteld.
- Het kind van de buren pest jouw kind. Je bent bezorgd.
- Je partner heeft je bedrogen en verlaten. Je bent erg verdrietig.
Variant
Bij telefoontrainingen kan het Aanbelspel ook als Opbelspel uitgevoerd worden.