Skip to main content

Hoe


Jij (acteur/trainer) vertelt 3 keer op precies dezelfde manier precies hetzelfde verhaaltje, van ± 30 seconden. Kies iets waar wat emotie in zit, breng kleur aan in je stem en doe iets met gebaren en/of mimiek. (zie onder voor mogelijke verhaaltjes)

Variant 1: alleen beeld (non-verbaal). Zet jezelf op mute!
Opdracht deelnemers: Kijk even mee. 
Na het verhaal: welke titel zou je dit verhaal geven? Inventariseer en vraag daarna: waarom die titel? Laat de deelnemers hierover uitwisselen. 

Variant 2: alleen geluid: (verbaal/inhoud). Zet je video uit!
Opdracht deelnemers: luister naar het verhaal. 
Na het verhaal: welke titel zou je het verhaal nu geven? En waarom deze titel? De titels zullen nu waarschijnlijk meer over de inhoud gaan. 

Variant 3: beeld en geluid: (para-verbaal/intonatie).
Opdracht deelnemers: luister nog een keer naar het verhaal, maar let nu vooral op hoe wordt het verteld. Wat valt je op aan de stem, het volume, de toon, etc.? 
Na het verhaal: welke titel zou je het verhaal nu geven? (inventariseren) en daarna: waarom deze titel?

Nabespreken

Vraag de deelnemers wat dit hen oplevert:
•    Mensen communiceren op meerdere niveaus en daar kun je naar leren luisteren.
•    Luisteren doe je zowel met je oren als met je ogen. 
•    Verbaal en non-verbaal communiceren: het Wat en het Hoe
•    Het Hoe wordt bepaald door mimiek, intonatie, gebaren, volume, motoriek, spreektempo, etc.

Mogelijke verhaaltjes:
•    Een vakantie die in het water is gevallen
•    Waarom jij graag ’s nachts wandelt
•    Hoe je na veel lessen eindelijk pootje over durft op de schaatsbaan
 

Bron: Karianne Henkel


Tags bij deze werkvorm:

Vragen?

Ons team staat voor je klaar!

020-422 1323
UP