Feedback vanuit de acteur
De acteur geeft feedback volgens de feedbackregels: ik zie, ik denk, ik voel.
Hoe
De acteur geeft feedback volgens de feedbackregels: Gedrag (ik zie), Indruk (ik denk), Effect (ik voel). Hij geeft aan welk concreet gedrag hij bij de deelnemer heeft waargenomen, hoe dat gedrag op hem overkwam en welk effect het op hem had.
Bijvoorbeeld: “Je zei: Ik vind ’t vervelend voor u. Dat vond ik prettig om te horen, maar doordat je erbij zuchtte en je wenkbrauwen optrok, kreeg ik ’t idee dat je het niet meende. Ik voelde me in de maling genomen en raakte geïrriteerd”.
De acteur geeft geen waardeoordelen, geeft geen tips en laat zich niet verleiden tot hypothesen over hoe het anders had kunnen verlopen als…
Wanneer
- Na iedere simulatie, om leermomenten voor de cursist helder te krijgen.
Voordelen
- De deelnemer wordt een spiegel voorgehouden: hij hoort hoe zijn gedrag overkwam en welk effect het had. Als die opgetrokken wenkbrauwen en dat zuchten, uit het voorbeeld, een automatische reactie zijn in lastige situaties, is dat een belangrijk leermoment voor de deelnemer.
- Vanaf het moment dat de nabespreking begint, heeft de acteur geen belangen meer in de situatie. Hij kan constructief meedenken in het onderzoek van de interactie.
Let op
- Stel de juiste vragen aan de acteur. Niet: ‘wat vond jij ervan’ of ‘hoe vond jij het gaan’, maar: ‘hoe kwam dat op jou over’, of ‘wat deed dat met jou’?