Carrousel
Meerdere cursisten oefenen achter elkaar dezelfde casus.
Hoe
Twee of drie deelnemers (A, B, C) oefenen direct na elkaar met één en dezelfde casus, de ander deelnemers observeren. Instrueer A, B, C tegelijk en plenair. A gaat als eerste, B en C wachten op de gang. Laat iedere deelnemer kort stoom afblazen voordat je de volgende binnen vraagt.
De acteur kiest bij iedere deelenemer dezelfde insteek, zodat verschilen in aanpak goed zichtbaar worden.
De nabespreking vindt plaats nadat iedereen geweest is.
Wanneer
- Vooral bij grote groepen, om snel veel mensen te laten oefenen.
Voordelen
- Tijdwinst.
- Goed voor de dynamiek van een training.
- Verschillende aanpakken worden zichtbaar.
- Deelnemers leren van elkaar.
Let op
- Geef een heldere instructie over de vorm van de carrousel
- Pas op voor vergelijking tussen deelnemers tijdens de nabespreking.
- Hou het tempo hoog en laat mensen niet te lang op de gang wachten; hun spanning kan te hoog oplopen, of juist afnemen.
Varianten
- Deelnemers gaan niet de gang op, maar zien alles van elkaar.
- De inhoud van de casus blijft gelijk, maar de acteur kiest bij iedere deelnemer een andere insteek en ander gedrag.