Aap Noot Mies
Een verzonden boodschap is nog geen ontvangen boodschap. Doorgeef spelletje.
Hoe
Ga met de deelnemers in een kring staan.
Ronde 1: Dieren. Bedenk allemaal een dier. Als spelleider begin je: kijk iemand (B) aan en zeg je dier, bv ´slang´. B kijkt C aan en zegt zijn dier, etc. Iedereen onthoudt én zijn eigen dier én de volgorde. Herhaal het rondje in de juiste volgorde.
Ronde 2: Fruit. Idem aan ronde 1, met fruit. B begint. Het gaat in een andere volgorde. Herhaal ook dit rondje een keer.
Ronde 3: automerken. Idem, met auto's. C start; de volgorde is weer anders.
Ronde 4: Mixen. De onderwerpen worden 'gemengd'. Jij start met de dieren. Na een paar dieren start B met het fruit en weer even later C met de auto's.
Het loopt waarschijnlijk al snel spaak met het doorgeven. Start dan van voren af aan. Geef na een aantal vastlopers extra instructies: laat de zender eerst oogcontact maken alvorens iets te noemen; laat de ontvanger met een 'dankje' bevestigen dat hij de zender gehoord heeft.
Aandachtspunt:
De zender is verantwoordelijk voor het doorgeven. Dus als de ontvanger de boodschap niet goed ontvangt is het aan de zender om zijn boodschap nogmaals aan te bieden.
Nabespreken op
- Wanneer stokt het?
- Wanneer lukt het om door te gaan?
- Wat kun je nog meer doen om je boodschap aan te laten komen?
Variant
De vierde ronde: Je herhaalt ronde 1, de dierentuin dus, alleen nu loopt de zender naar zijn ontvanger, noemt het dier en neemt de plek van de ontvanger in. Die loopt door naar de volgende, zegt zijn dier en neemt zijn plek in, etc.
Deze variant zorgt voor extra dynamiek omdat deelnemers niet meer op vaste plaatsen staan; zenders moeten dus hun ontvangers zoeken en nadrukkelijker contact maken voordat ze hun 'boodschap' kwijt kunnen.
Bron: Kamille Kres
Tags bij deze werkvorm:
